top of page

Toneelstukken schrijven,

Een online cursus.

  • Facebook
  • Instagram
  • Youtube
Toneelstukken schrijven,

Hallo, ik ben Stijn Cuypers, en in deze online cursus neem ik je mee op een reis langs het traject dat een toneelstuk aflegt van idee tot afgewerkt script. Sinds ik begonnen ben met het schrijven voor toneel, krijg ik regelmatig de vraag hoe je aan zo'n toneeltekst begint. Een eenduidig antwoord hierop geven is bijna onmogelijk, aangezien iedereen na verloop van tijd zijn eigen methode en schrijfstijl zal ontwikkelen. In deze online cursus bundel ik een aantal tips en inzichten die ik tijdens het schrijven van mijn toneelstukken heb vergaard. Het schrijven voor toneel is echter een zeer persoonlijke aangelegenheid, en het is dan ook vrijwel onmogelijk om een kant-en-klare formule te geven voor een succesvol theatertekst. Ik hoop dat ik met deze cursus de creatieve geesten onder jullie kan helpen om hun creaties op papier te zetten en anderen kan inspireren om zich te begeven in de fantastische wereld van het schrijven voor toneel.


Wat heb je nodig?

Het voordeel van het schrijven van toneelstukken is dat het een hobby of beroep is waar je in principe weinig voor nodig hebt. Een pen of potlood en een stukje papier zijn in principe voldoende. Uiteraard is het tegenwoordig zeldzaam dat volledige toneelstukken met de hand worden geschreven, hoewel veel voorbereidend werk nog steeds met pen en papier wordt gedaan. Een computer met tekstverwerkingssoftware is echter onmisbaar in deze tijd. Of je nu dure scriptwritingsoftware gebruikt of je toneelstukken gewoon in Word schrijft, maakt in principe niet veel uit. Als je echter wilt dat de opmaak van je toneelstuk in Word er professioneel uitziet, kun je een kijkje nemen bij mijn tips voor een perfecte lay-out. Naast deze basisbenodigdheden heb je vooral moed, uithoudingsvermogen en geduld nodig, veel geduld. Je zou verrast zijn hoe lang je soms aan een toneelstuk werkt, maar als je volhoudt tot het einde, beloof ik je dat het resultaat je enorme voldoening zal geven.



 

Aan de slag!

Het beginnen aan een nieuw toneelstuk kan soms beangstigend zijn. Je bent bang dat je niet genoeg inspiratie zult hebben, dat je niet origineel genoeg uit de hoek kunt komen, dat je niet goed genoeg bent... Dit overkwam mij regelmatig bij het voorbereiden van een spreekbeurt, het schrijven van een opstel of het maken van een eindwerk. Maar de waarheid is dat je het risico moet nemen om iets slechts te maken, want alleen dan ben je ook in staat om iets goeds te creëren. Dit zal je misschien bekend in de oren klinken: je hebt een idee dat je graag op papier wilt zetten, maar dan is daar de eerste lege bladzijde. De twijfel slaat toe en het idee waar je eerst zo rotsvast van overtuigd was, begint langzaam plaats te maken voor een hoop twijfels. Hoe begin ik hieraan? Hetzelfde gevoel overkomt mij nog steeds wanneer ik begin te schrijven aan een nieuw theaterwerk. De oplossing voor dit probleem wordt mooi aangepakt in de McDonald's theorie. Ik zou willen dat ik kon zeggen dat deze theorie werd ontwikkeld door een geleerde met de naam Mc Donald, maar helaas is de naam van deze theorie afkomstig van de bekende fastfoodketen.



Het idee werkt als volgt: Je bent met een aantal vrienden op reis en de verwondering voor de prachtige omgeving maakt langzaam plaats voor het knagende gevoel van een lege maag. Op dit moment dringt zich onherroepelijk de vraag op waar we dit keer gaan eten. Vaak komt er echter niet direct een schitterend idee uit de lucht vallen, tot iemand voorstelt om bij McDonald's te gaan eten. De kans is groot dat hierop snel gereageerd wordt met een beter voorstel, een fijn restaurant waarvan iemand al gehoord heeft, de taverne die ze net hebben gezien... Er wordt wellicht deze keer niet bij McDonald's gegeten, maar de discussie is wel begonnen. En zo is het ook bij die lege bladzijde. De lege pagina die eerst zo angstaanjagend leek, lijkt al een stuk aangenamer zodra er iets is geschreven. Bij het maken van een taak voor school of een eindwerk was dit eenvoudig op te lossen door in het begin al titels toe te voegen, waar daarna inhoud aan kon worden gegeven. Bij het schrijven aan een toneelstuk zijn er verschillende zaken die je vooraf kunt doen. Zo kun je het verhaal, de personages en de decors al vormgeven. Je kunt zelfs een heel draaiboek opstellen voordat je nog maar denkt aan het schrijven van dialogen. Hoe ik dit concreet aanpak, kunnen jullie verder in deze cursus ontdekken.


 


Het begint met een idee

Ik krijg weleens de vraag waar ik mijn ideeën voor een toneelstuk vandaan haal, en mijn antwoord is dan steevast: "uit het leven". Daarmee bedoel ik niet altijd mijn eigen privéleven, hoewel dat een bijzonder grote inspiratiebron zou kunnen zijn. Maar ook dingen die je hebt zien gebeuren, hebt gehoord of hebt gedroomd kunnen erg bruikbaar zijn. Verhalen die iemand vertelt, zijn vaak een bron van inspiratie. Ooit vertelde een patiënt in het ziekenhuis waar ik werk mij dat ze dagelijks naar de lucht keek, omdat die lucht nog altijd hetzelfde is als toen ze jong was. Vervolgens zei ze dat als ze dan haar ogen naar beneden richtte, ze pas opmerkte hoe erg de wereld onder die lucht was veranderd. Het zijn kleine, hoewel erg mooie gesprekken als deze die aan de basis kunnen liggen van een toneelstuk. De kunst is alert te blijven voor ideeën en ze vast te houden. Zelf gebruik ik hiervoor een ideeënboekje waarin ik alles bijhoud waarvan ik het gevoel heb dat het ooit bruikbaar kan zijn.


Het idee dat de patiënt mij gaf, heb ik uiteindelijk gebruikt in mijn toneelstuk "Dwaler". Ideeën gebruiken voor het schrijven van een toneelstuk is vaak ook een kwestie van je angst overwinnen. Dit geldt zeker wanneer je elementen uit je privésfeer gaat gebruiken. Maar soms kan er ook de angst zijn dat sommige mensen elementen van jezelf menen te herkennen in je hoofdpersonages. Dat kan remming veroorzaken bij het uitwerken van personages. Daarom is het vaak beter om je inspiratiebron voor jezelf te houden. Laat de mensen maar raden waar bepaalde ideeën vandaan komen; het belangrijkste is dat die ideeën uiteindelijk een mooi, boeiend of spannend verhaal opleveren.



 


​Is jouw verhaal geschikt voor het toneel?

Ieder kind is een kunstenaar. De moeilijkheid is om er een te blijven als je volwassen wordt. Dit is één van de bekendste uitspraken van Pablo Picasso, en het is waar. Ik herinner me dat ik als kind urenlang kon spelen met twee lege batterijen. Meer was er niet nodig om werelden te creëren van ridders, feeën en draken. Als je me nu twee lege batterijen zou geven, zou ik er snel twee nieuwe kopen om de afstandsbediening van mijn televisie te laten werken. Want naast mijn liefde voor theater ben ik ook dol op films. De mogelijkheden in films om een verhaal te vertellen zijn vrijwel eindeloos, wat vaak spectaculaire beelden oplevert. Maar voor mij kan niets tippen aan de live beleving van theater, waar elke avond iets nieuws ontstaat en geen enkele voorstelling hetzelfde is.

En als ik me dan weer vol goede moed aan mijn computer zet om te werken aan een toneelstuk, stuit ik toch op verschillende uitdagingen. Hoewel 'uitdagingen' niet echt het juiste woord is, want in de beperkte middelen die het toneel heeft om een verhaal neer te zetten, liggen ook fantastische kansen. Een eerste uitdaging is de beperkte ruimte op een podium. Voor de meeste toneelvoorstellingen is het geen optie om ontelbaar veel locaties neer te zetten met gedetailleerde uitwerking. Maar door creatief om te gaan met beperkte middelen kunnen soms wonderen ontstaan. Zo kunnen een aantal stoelen en doeken plotseling een levensecht piratenschip worden, of kan een leeg podium plotseling een eindeloze woestijnvlakte zijn. Door een goede afstemming van decor, geluid, spel en tekst ontstaat de magie van het theater.



Over die tekst gesproken, ook hierin zijn een aantal stevige uitdagingen te vinden. In een boek heb je bijvoorbeeld een alwetende verteller die uitgebreid de emoties van een personage kan beschrijven, of in een film kunnen er grootse acties plaatsvinden en kan er ingezoomd worden op belangrijke elementen in de scène. In een toneelstuk daarentegen wordt alles voornamelijk gedreven door dialoog. Alle informatie die het publiek moet weten, wordt verpakt in wat de personages tegen elkaar zeggen en de handelingen die zij op het podium uitvoeren.

Voordat je je verhaal vertaalt naar een toneelstuk, is het raadzaam om te overwegen of theater de juiste manier is om je verhaal te vertellen. Als een verhaal voornamelijk gedreven wordt door de gedachten van personages, is het wellicht beter om het in boekvorm te gieten. Of als je verhaal voornamelijk draait om uitgebreide actie, kan een film wellicht een geschikter medium zijn. Maar als je verhaal verteld kan worden door middel van sterke, levendige dialogen, dan ben je klaar om te beginnen aan jouw toneelstuk.


 

De zin en onzin van genres

Telkens wanneer ik een nieuw toneelstuk heb geschreven, krijg ik dezelfde vragen: waar gaat het over en is het grappig? Als ik een nieuwe theatertekst aan het schrijven ben, probeer ik mezelf altijd uit te dagen om iets nieuws te proberen. Zo ben ik bijvoorbeeld aan de slag gegaan met jeugdstukken, een thriller, een drama en onlangs zelfs een komedie. Uit deze ervaringen heb ik geleerd dat humor een element is dat in elk genre een plek heeft. Ook al is het hoofddoel niet altijd om mensen aan het lachen te maken, voegt humor toch kleur toe aan het verhaal en zorgt het ervoor dat mensen zich meer betrokken voelen bij de personages.




Bij het beginnen aan een nieuwe voorstelling ben ik niet bezig met welk genre mijn stuk uiteindelijk zal aannemen. Meestal wordt dit duidelijk naarmate mijn verhaal meer vorm krijgt. Het genre moet het verhaal dienen, niet andersom. Als ik bewust probeer een grappige voorstelling te schrijven en mijn verhaal hier specifiek voor ontwerp, werkt dit niet voor mij. Maar wanneer personages in ernstige situaties passend reageren, kan dit vaak tot zeer menselijke en oprecht grappige teksten leiden.



Denk maar eens aan de toneelstukken die je zelf al hebt gezien of gelezen en vraag je af of het verhaal achter een komedie altijd wel zo grappig is. Vaak zijn de verhalen die zich ontvouwen in een komedie gebaseerd op pijnlijke menselijke situaties, maar door de acties van de personages wordt dit verhaal omgevormd tot een komedie. De invalshoek waarmee je besluit om je verhaal te vertellen, zal bepalen in welk genre je toneelstuk uiteindelijk past. Soms is het genre waarin een verhaal thuishoort heel voor de hand liggend, maar het kan ook de moeite waard zijn om een andere richting te verkennen. Voor je het weet ontdek je mogelijkheden in je verhaal die in een ander genre onopgemerkt zouden blijven.



 


Welke informatie geef je mee aan je publiek?

Er was eens, heel lang geleden, in een land hier ver vandaan, een beeldschone prinses... Deze zin klinkt erg bekend, en wees gerust, ik heb hem niet zelf verzonnen. Maar het is wel een prachtige zin om te illustreren welke informatie je aan je publiek kunt overbrengen in een toneelstuk.

Wie?

Een eerste stukje informatie dat je aan je publiek kunt meegeven, is wie. Een prachtig verhaal is natuurlijk geweldig, maar voor een toneelstuk is het altijd handig als er ook personages zijn die deelnemen aan het verhaal. Natuurlijk is het goedkoper als je geen personages hebt en je publiek gewoon naar een mooi decor kunt laten kijken, maar laten we eerlijk zijn, hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Als je ervoor kiest om personages in je toneelstuk op te nemen, houd er dan rekening mee dat je deze personages ook zult moeten uitwerken. Op het uitwerken van personages kom ik later in deze cursus terug.


Wat?

Daarnaast is het ook altijd prettig als er iets gebeurt op het podium: scherpe dialogen, een beetje actie, een vleugje romantiek. De keuze is aan jou als toneelschrijver.


Waar?

Het is tevens altijd handig om te weten waar het verhaal zich afspeelt. Dit kun je zo breed opvatten als je zelf wilt. In welk land vindt het verhaal plaats? Heeft dit invloed op het taalgebruik van de personages? Op welke locatie bevinden we ons, of speelt het verhaal zich op meerdere plaatsen af? De setting van een toneelstuk kan aanzienlijke gevolgen hebben voor het verhaal. Niet alleen bepaalt de locatie hoe het decor eruit zal zien, maar ook de temperatuur op die plek kan van invloed zijn op kleding, energie en gemoedstoestand. Bovendien zal de bijbehorende cultuur die aan bepaalde locaties is verbonden, keuzes en gedragingen van de personages beïnvloeden. Als er ook verschillende culturen met elkaar in conflict zijn, kan dit het verhaal een unieke dynamiek geven. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van hoe de setting je verhaal kan beïnvloeden. Denk er gerust over na hoe een andere locatie een andere dimensie aan jouw verhaal kan toevoegen.


Wanneer?

Je kunt ook de tijd waarin je verhaal zich afspeelt, bepalen. Speelt het zich in het heden af, gaan we terug naar het verleden of wagen we ons aan een blik in de toekomst? Net zoals bij de plaatsbepaling heeft de tijd zijn invloed op het verhaal. Ook hier zal de klederdracht worden beïnvloed, het taalgebruik zal veranderen, en zelfs de ontwikkeling van personages, hun denkwijze en het gebruik van technologie worden allemaal beïnvloed door de tijdsgeest. Dit betekent niet dat elk toneelstuk volkomen realistisch moet zijn; soms zit de kracht van een verhaal juist in het spelen met anachronismen.


Zoals ik eerder al zei, bestaan er geen verplichtingen bij het schrijven van een toneelstuk. Echter, hoe meer je rekening houdt met de factoren die het verhaal beïnvloeden, des te meer diepgang zal je toneelstuk krijgen.


 


Protagonist, antagonist en andere personages.

De belangrijkste factor die bepaalt of een toeschouwer zich betrokken voelt bij een toneelstuk, is of hij al dan niet kan meeleven met de personages. Daarom is het van groot belang om levensechte personages te creëren, met een boeiende achtergrond en interessante motivaties. Een toneelstuk, tenzij het een monoloog is, bestaat meestal uit twee of meerdere personages. Zo zal het verhaal een protagonist en een antagonist bevatten. De protagonist is doorgaans het personage waar het verhaal om draait; zijn acties en drijfveren bepalen het verloop van het verhaal. Eenvoudig gezegd is hij de held. In een toneelstuk met twee personages is het vrij eenvoudig om te bepalen wie de protagonist is, maar in een stuk met meerdere grotere rollen is dit niet altijd even duidelijk. Het vaststellen van de protagonist in een verhaal kan echter wel helpen om je verhaal de juiste focus te geven.




Er zijn verschillende manieren om te achterhalen wie de protagonist is. Bijvoorbeeld, je kunt kijken naar welk personage het publiek als eerste leert kennen. Hierbij gaat het niet noodzakelijk om de eerste persoon die op het toneel verschijnt, maar eerder om de persoon van wie het publiek aanzienlijke informatie leert kennen. Een andere manier om de protagonist te bepalen, is door te kijken naar de climax van het verhaal. Gewoonlijk zal in deze climax de ultieme confrontatie tussen de protagonist en de antagonist plaatsvinden. Als het personage dat overwogen wordt voor de hoofdrol hier geen deel van uitmaakt, dan is het hoogstwaarschijnlijk niet de protagonist.


Je zou misschien kunnen denken dat de antagonist per definitie de slechterik in het verhaal is, maar zelfs dit personage heeft een achtergrond en drijfveren die maken dat hij tegen de protagonist ingaat. Zelden zijn personages volledig slecht; vaak hebben ze begrijpelijke motivaties die het publiek in staat stellen net zoveel mee te leven met de antagonist als met de protagonist. De antagonist in een verhaal hoeft echter niet altijd een personage te zijn; het kunnen ook natuurkrachten, tijd, ziekte, enzovoort zijn die de protagonist belemmeren om zijn doel te bereiken.



Als toneelschrijver is het jouw taak om levensechte personages te creëren waarmee het publiek kan meeleven. Om dit te bereiken, is het van groot belang dat je jouw personages door en door kent. Geen vraag over hun voorkeur voor eten, hobby's, seksuele oriëntatie, favoriete vakantiebestemming, enzovoort mag nog onbeantwoord zijn. Eigenlijk moet je jouw personages even goed leren kennen als je beste vriend. Soms is het makkelijk om je personages te baseren op mensen uit je directe omgeving, hoewel dit ook risico's met zich meebrengt, vooral als je minder positieve eigenschappen van iemand uitvergroot. Maar hoe zorg je ervoor dat volledig verzonnen personages toch menselijk overkomen? Het antwoord ligt in één woord: details. Veel auteurs stellen graag, voordat ze effectief aan de dialogen beginnen, een biografie van hun personages op. Dit kan soms maar een paar regels tekst zijn, maar het kan ook uitgebreide verhandelingen zijn waarin de psychologie en levensloop van een personage volledig wordt uitgewerkt.


De kracht van een toneelstuk ligt in sterke dialogen die worden voortgestuwd door conflict. Een toneelstuk waarin de personages het gedurende twee uur voortdurend met elkaar eens zijn, zal al snel saai worden. Maar om dat conflict te bereiken, is het van belang om unieke personages te hebben die elk hun eigen doelen en visies hebben. Stel je een koffiepauze voor op het werk: drie collega's praten over een onderwerp en zijn het allemaal met elkaar eens. Het is realistisch, maar niet bepaald boeiend om naar te kijken. Als we dezelfde situatie enigszins aanpassen zodat twee collega's het met elkaar eens zijn en hun baas mengt zich in de discussie, maar is het duidelijk oneens met zijn werknemers, dan wordt het meteen interessanter voor het publiek.


Een ketting is slechts zo sterk als de zwakste schakel, en dit geldt ook voor personages. Zelfs als je een boeiend verhaal hebt met een krachtige hoofdpersoon, zal het publiek minder betrokken raken als de bijpersonages aanvoelen als tweedimensionale karakters zonder diepgang. Daarom is het van belang om alle personages evenveel aandacht te geven en ze te voorzien van een solide basis. Als je dan jouw personages loslaat in het verhaal, kan er pure theatermagie ontstaan.


 

​​

Je toneelstuk opbouwen

Een toneelstuk werd vroeger meestal opgedeeld in drie aktes, waarbij de eerste akte diende als introductie van de personages en de laatste akte een oplossing bood voor alle ontstane problemen. De middelste akte fungeerde als brug tussen het ontstaan van het probleem en de uiteindelijke oplossing. Hoewel deze klassieke structuur tegenwoordig minder vaak wordt gebruikt, blijft de basisopbouw van een verhaal hetzelfde. Net als bij elk ander verhaal hebben we een begin, een midden en een einde. Aan het begin van het verhaal bevinden de personages zich meestal in een statische situatie waarin er geen buitensporige problemen of onverwachte situaties plaatsvinden. Op een gegeven moment gebeurt er echter iets dat het leven van het hoofdpersonage flink overhoop gooit. Dit kan een moord zijn die moet worden opgelost, een deurwaarder die langskomt, een vastgestelde ziekte, enzovoort. Dit moment staat bekend als het stimulerende voorval, ook wel het motorische moment of het inciting incident genoemd.



Vanaf dit punt moet de protagonist een hele reis afleggen om zijn doel te bereiken. Zoals eerder vermeld, vormt conflict de kern van een boeiend toneelstuk, wat betekent dat de weg die het personage moet bewandelen bezaaid is met obstakels waar het hoofd moet bieden. Onderweg zullen er kleine oplossingen worden gevonden, maar ook zullen steeds nieuwe problemen ontstaan, waardoor het hoofdpersonage in steeds lastiger situaties verzeild raakt. Bij een moordonderzoek zou deze reis kunnen bestaan uit gearresteerde verdachten, nieuwe gepleegde moorden, procedurefouten, enzovoort. In het geval van een deurwaarder kan dit betrekking hebben op een erfenis, nieuwe schuldeisers, enzovoort. Je zou de indruk kunnen krijgen dat de opeenstapeling van problemen het ideale recept is om een drama te schrijven. Echter, deze structuur biedt ook een uitstekende leidraad om verhalen vorm te geven voor komedies, thrillers en andere genres. In mijn toneelstuk "Één Nacht Privé" zit het hoofdpersonage tot over zijn oren in de schulden, wat leidt tot een komedie wanneer een deurwaarder de boel op stelten zet. Hoewel dit gegeven op zich niet zo grappig is, vormt het een solide basis voor humor.


De problemen en conflicten bereiken uiteindelijk hun hoogtepunt, wat het punt is waarop wordt beslist of het hoofdpersonage zijn doel bereikt. Dit betekent dat na de climax een oplossing volgt, waarbij de spanning snel afneemt. Hoewel deze fase als 'oplossing' wordt aangeduid, hoeft dit niet noodzakelijk positief af te lopen. Het overlijden van het hoofdpersonage kan bijvoorbeeld ook worden beschouwd als een oplossing, hoewel dit geen vreugdevol einde impliceert. Om deze reden wordt ook wel gesproken van een 'vallende actie' in plaats van een oplossing. Na deze vallende actie ontstaat een nieuw evenwicht in het verhaal, waarin de personages verdergaan met de gevolgen van wat er is gebeurd. Het schrijven van een toneelstuk is eigenlijk niets meer dan een protagonist in een boom plaatsen (het probleem), stenen naar hem gooien (de obstakels) en hem uit de boom halen, met behulp van een ladder of door een pijnlijke val (de climax).



Het begin

Één van de eerste beslissingen die genomen moeten worden bij het schrijven van een toneelstuk, is waar je verhaal begint. Hoewel dit een ogenschijnlijk logische vraag lijkt, is het eigenlijk minder eenvoudig dan je zou denken. Beginnen bij het absolute begin is een optie, maar vaak is het interessanter om delen van de voorgeschiedenis aan het publiek over te brengen via dialogen. Het ideale startpunt voor een toneelstuk bevindt zich zo dicht mogelijk bij het stimulerende voorval. Hoewel dit in sommige gevallen het daadwerkelijke begin kan zijn, gebeurt het vaak dat er al veel is voorgevallen dat van belang is voor het verhaal, maar boeiender is om geleidelijk aan het publiek te onthullen. Wanneer toeschouwers het gevoel hebben dat er meerdere onbekende aspecten zijn, zal hun nieuwsgierigheid vanzelf worden aangewakkerd.


Tijdens het schrijven van "Housewarming", één van mijn toneelstukken, liet ik in een eerste versie het gezin bij aanvang net arriveren in de woning. Op zich leek dit een logisch punt om het verhaal te beginnen, maar het bracht ook praktische moeilijkheden met zich mee. Dozen moesten worden uitgepakt, er was veel heen en weer geloop en er waren verplichtingen die op zichzelf niet zo relevant waren voor het verhaal. Na het voltooien van deze versie van het verhaal besloot ik al het heen en weer geloop te schrappen en het verhaal te laten beginnen bij een belangrijk telefoongesprek. Dit gesprek lag dichter bij het stimulerende voorval, namelijk de opkomst van een onbetrouwbare buurman, wat ervoor zorgde dat het verhaal sneller vaart kon maken.


Het stimulerende voorval is hetgeen dat in het verhaal gebeurt waardoor de hoofdrolspeler of protagonist een belangrijke taak krijgt. In Shakespeare's "Hamlet" is dit het moment waarop Hamlet de geest van zijn vader ziet en ontdekt dat zijn oom Claudius hem heeft vermoord. Tot dat punt rouwde Hamlet om de dood van zijn vader en koesterde wrok jegens zijn moeder omdat ze met Claudius trouwde. Dit creëerde een evenwichtige situatie waarin het toneelstuk begint. Echter, na dit stimulerende voorval kreeg Hamlet een reden om wraak te nemen op zijn oom.

Dus, wat het stimulerende voorval eigenlijk doet, is een evenwichtige situatie verstoren, waardoor conflicten ontstaan. Het oplossen van deze conflicten en alle obstakels die daarbij komen kijken, vormt de energiebron van een toneelstuk.


Het midden

Het schrijven van het begin van een toneelstuk voelt vaak als een sneltrein, de sensatie van een nieuw verhaal met nieuwe personages geeft een extra impuls aan het schrijfproces. Ook het laatste deel van een toneelstuk, waar alle puzzelstukjes eindelijk samenkomen, lijkt vaak vanzelf te gaan. Maar de grootste uitdaging van een toneelstuk zit in het midden. Zodra het stimulerende voorval heeft plaatsgevonden, begint voor de protagonist de taak om zijn doel te bereiken. En daar ligt nu net de moeilijkheid: een traject voor het hoofdpersonage creëren dat het publiek aan zijn stoel gekluisterd houdt terwijl het meeleeft met de successen en tegenslagen van het hoofdpersonage.


Zoals eerder vermeld, vormt conflict de basis van een toneelstuk. Dit conflict genereert op zijn beurt verschillende hindernissen op het pad van het hoofdpersonage. Als toneelschrijver heb je de enigszins dubbelzinnige taak om het hoofdpersonage keer op keer in moeilijkheden te brengen, en dat is nog zacht uitgedrukt. Op het eerste gezicht lijkt het creëren van hindernissen niet al te uitdagend, maar de moeilijkheid ligt erin om deze hindernissen niet te simplistisch te maken. Als Frodo's grootste obstakel om de ring te vernietigen was dat hij geen rijbewijs had, dan zou dit gemakkelijk kunnen worden opgelost door iemand te vinden die hem even naar de vulkaan kon brengen. Het is twijfelachtig of "The Lord of the Rings" dan even succesvol zou zijn geworden als het nu is.


Een tweede regel is dat bij het overwinnen van een hindernis een prijs betaald moet worden. Dit kan betekenen dat het hoofdpersonage zijn idealen verloochent, onschuldige mensen pijn doet of iets van zichzelf moet opofferen. Zo wordt de weg van Hamlet naar zijn uiteindelijke doel, het vermoorden van Claudius, bezaaid met onschuldige slachtoffers zoals Ophelia, Polonius, Rosencrantz en Guildenstern. Als Hamlet direct actie had ondernomen en Claudius aan het begin van het toneelstuk had vermoord, zouden al deze onschuldige slachtoffers niet zijn gevallen, maar het toneelstuk zou aanzienlijk minder intrigerend zijn geweest.


Bij het kiezen van een nieuwe hindernis in het verhaal wordt vaak gezegd dat je moet kijken naar waar het verhaal zich bevindt, hoe het met je hoofdpersonage gaat en welk doel hij voor ogen heeft. Zodra je een duidelijk beeld hebt van de situatie, moet je je afvragen wat het ergste is dat er kan gebeuren, en dat dan ook laten gebeuren. Zo kun je na elke overwonnen hindernis een nieuw "ergst denkbare scenario" ontdekken. Dit maakt de taak van een toneelschrijver enigszins sadistisch, maar het publiek geniet hier net zozeer van.


Zoals eerder genoemd, is het essentieel om je personages van binnen en van buiten te kennen. Dit betekent ook dat je als toneelschrijver precies moet weten tot hoever een personage zou gaan om zijn doel te bereiken. Deze grens zorgt ervoor dat bepaalde hindernissen, die voor een ander persoon op zich niet zo uitdagend lijken, een enorme stap in het groeiproces van het hoofdpersonage kunnen betekenen. Wat voor de ene persoon dagelijkse kost is, zoals een meisje uitnodigen voor een date, kan voor een ander de grootste hindernis van zijn leven zijn.


Een ander belangrijk aandachtspunt is dat de obstakels die een personage tegenkomt organisch uit elkaar moeten voortkomen. Een eerste obstakel moet direct verband houden met het stimulerende voorval en uit de overwinning van dat obstakel moet een nieuw obstakel voortvloeien. Als je aan het einde van een toneelstuk alle obstakels die het personage heeft overwonnen zou beschouwen als een spel kaarten en ze door elkaar zou schudden, zou het verhaal geen coherentie meer hebben. Zo leidt de dood van Tybalt in Romeo en Julia ertoe dat Romeo wordt verbannen, wat op zijn beurt Romeo ertoe aanzet zijn fatale plan uit te voeren, met als gevolg de dood van zowel Julia als hemzelf.


De Climax

Voordat een toneelstuk tot een einde kan worden gebracht, moet eerst de ultieme confrontatie of climax plaatsvinden. Zoals eerder gezegd, is het schrijven van het midden van een toneelstuk een grote uitdaging voor veel schrijvers, ook voor mij. Maar ook het einde kan soms zorgen voor slapeloze nachten, want hoe schrijf je een einde dat geschikt is voor het verhaal, voldoening geeft aan het publiek en ook nog verrassend is? Het is niet altijd gemakkelijk. In theorie zijn er twee soorten schrijvers: degenen die vol zelfvertrouwen aan een nieuw verhaal beginnen en erop vertrouwen dat ze samen met hun hoofdpersonage gaandeweg ontdekken hoe het verhaal zich ontvouwt. Dan zijn er ook nog de planmatige schrijvers die voordat ze zelfs maar een dialoog schrijven, eerst de hele structuur van hun toneelstuk vastleggen. Zo wordt het schrijven van dialogen slechts een kwestie van het skelet dat ze hebben gemaakt aankleden met vlees en bloed. In de praktijk bevinden de meeste schrijvers zich ergens tussen deze twee uitersten.


Een goede manier om een passend einde voor je toneelstuk te vinden, is om terug te kijken naar de weg die je protagonist heeft afgelegd. Hier zul je vaak ontdekken hoe het verhaal tot een einde moet komen. Dit hoeft echter niet per se te betekenen dat alles goed moet aflopen, of dat het einde is waar het publiek op hoopte. De afloop van een toneelstuk moet vooral in lijn zijn met het verhaal dat verteld is. Maar voordat we kunnen ingaan op de afloop, moeten we eerst kijken naar de climax die deze zal bepalen. Vaak bereidt de verhaallijn zich voor op deze climax. Zo is het niet ongewoon dat voor een onvermijdelijk falen van de protagonist, er eerst een moment van hoop komt waarbij het lijkt dat het doel toch nog bereikt kan worden. Ook een climax met een positieve uitkomst wordt vaak voorafgegaan door een moment waarop alles fout lijkt te gaan.


De werkelijke climax kan in verschillende vormen voorkomen. Dit kan een emotionele climax zijn, zoals twee geliefden die in elkaars armen vallen of een lang verloren familielid dat terugkeert. Het kan ook een psychologische climax zijn, zoals de uitspraak in een rechtszaak of de ontmaskering van een moordenaar. En ten slotte is er de fysieke confrontatie tussen protagonist en antagonist, zoals het gevecht tussen Peter Pan en Kapitein Haak, of de verkrachting in "A Streetcar Named Desire". Ongeacht op welk niveau deze climax zich afspeelt, de uitkomst van deze confrontatie zal bepalen of de protagonist zijn doel heeft bereikt, of dat de antagonist heeft gewonnen.


Of de protagonist zijn doel zal bereiken of niet, is de belangrijkste vraag die in een toneelstuk beantwoord moet worden, en dit is zeker geen gemakkelijke beslissing. Aan de ene kant wil je als toneelschrijver het publiek met een goed gevoel naar huis sturen, maar aan de andere kant wil je ook een passend einde creëren voor je verhaal. Een open einde is ook een optie, waardoor het publiek zelf kan bedenken hoe het verhaal afloopt. Ook kun je kiezen voor een bitterzoet einde waarbij het einde triestig is maar toch voldoende optimistische elementen bevat om het publiek een goed gevoel te geven. De keuze ligt zoals altijd bij jou.


Naast de keuze tussen een vrolijk of triestig einde, verwacht het publiek ook enigszins verrast te worden, en ook dit is geen eenvoudige taak. Want hoewel een plotwending aan het einde idealiter onverwacht is, moet deze wel een logisch gevolg zijn van wat er eerder in het verhaal is gebeurd.


De ontknoping

Na de climax van een toneelstuk volgt onherroepelijk de ontknoping. Het woord "ontknoping" is zeer passend voor dit onderdeel, aangezien het plot van een toneelstuk gezien kan worden als een stevige knoop die ontward moet worden. Tijdens dit moment kan de toneelschrijver het publiek een blik gunnen op de wereld na de grote climax. Wat is er gebeurd met de personages na hun avonturen, en wat heeft de toekomst voor hen in petto? Bovendien is dit het moment om alle onafgewerkte verhaallijnen van een oplossing te voorzien. In de meeste voorstellingen zijn er subplots die mogelijk nog niet zijn opgelost na de climax.


Als laatste biedt de ontknoping de toneelschrijver de mogelijkheid om, indien dat zijn bedoeling was, de boodschap die hij wilde overbrengen met zijn stuk extra te benadrukken. Als de gebeurtenissen na de climax niet meer overeenkomen met de oorspronkelijke bedoelde boodschap, is het vaak nuttig om te analyseren waar het verhaal is begonnen af te wijken van die boodschap. Het komt vaak voor dat een toneelstuk eerder een punt maakt dan dat het simpelweg een boodschap overbrengt. Het gebeurt regelmatig dat een toneelschrijver de boodschap van zijn stuk pas ontdekt nadat het werk voltooid is.


Een verhaalstructuur kan op het eerste gezicht redelijk eenvoudig lijken, maar er schuilen voldoende uitdagingen in om het werk van een toneelschrijver boeiend te houden.


 


Elementen om een verhaal te vertellen.

Naast de basisstructuur van een toneelstuk zijn er verschillende verhaalelementen die gebruikt kunnen worden om ervoor te zorgen dat het publiek gedurende de hele voorstelling geboeid blijft. Deze elementen kunnen worden gezien als trucs die een toneelschrijver toepast om zijn toeschouwers op het puntje van hun stoel te houden. Aan de andere kant zijn er ook elementen die in een voorstelling gebruikt kunnen worden en die het publiek juist zullen afleiden of het verhaal ongeloofwaardig kunnen maken. Deze elementen kun je dan ook beter vermijden tijdens het schrijven van je toneelstuk.




​Het verschil tussen spanning en suspense

Hoewel spanning en suspense onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, zijn het toch twee verschillende dingen. Suspense is het ongeduldig afwachten hoe een bepaald evenement zal aflopen. Vooral in situaties waar er veel op het spel staat en de afloop van een specifiek evenement van levensbelang is, kan dit ervoor zorgen dat het publiek op het puntje van zijn stoel blijft zitten. Suspense kan bijna overal gecreëerd worden waar een situatie plaatsvindt waarvan de uitkomst nog niet bekend is. Denk bijvoorbeeld aan de uitslag van een belangrijke verkiezing of een onbeantwoorde liefde.


Aan de andere kant is spanning een psychologisch of fysiek ongemakkelijk gevoel dat voortvloeit uit een specifieke gebeurtenis of een nakende gebeurtenis. Spanning is wat het publiek ervaart wanneer er suspense wordt gecreëerd in een toneelvoorstelling. Een langdurige periode van spanning is niet gezond, maar wanneer het in kleine doses aanwezig is, zoals bij een toneelstuk, dient het als een goede maatstaf voor de emotionele en psychologische betrokkenheid van het publiek.


Toeval

Hoewel toeval zich voortdurend voordoet in het echte leven, is het meestal geen goed idee om dit te gebruiken in een toneelstuk. Bepaalde situaties die toevallig plaatsvinden en van invloed zijn op het plot, zullen vaak minder geloofwaardig overkomen en daardoor ook minder gemakkelijk geaccepteerd worden door het publiek. Dit betekent echter niet dat je geen gebruik kunt maken van toeval om een verrassende wending in je toneelstuk te creëren.


Voorafschaduwing

Wanneer een bepaald personage, locatie of object een belangrijke rol gaat spelen in het plot van je toneelstuk, is het meestal een goed idee om het publiek van tevoren op de hoogte te stellen van het bestaan ervan. Anders loop je het risico dat de introductie van dit element willekeurig, geforceerd en onrealistisch aanvoelt. Het delen van deze informatie wordt 'voorafschaduwing' genoemd. De kunst van voorafschaduwing bestaat erin om de informatie aan de juiste persoon op het juiste moment en op de juiste plaats te onthullen, zonder er al te veel nadruk op te leggen.


​Het pistool van Chekhov

De negentiende-eeuwse toneelschrijver Anton Checkhof zei ooit dat wanneer er in het eerste bedrijf van je toneelstuk een pistool aan de muur hangt, dit in het derde bedrijf afgevuurd moet worden. Hoewel er enige discussie bestaat over of hij deze uitspraak al dan niet letterlijk bedoelde, wordt over het algemeen aangenomen dat hij bedoelde dat wanneer er een opvallend element op het podium staat dat enige verwachting creëert bij het publiek, bijvoorbeeld een pistool, dit element dan ook zijn functie moet vervullen binnen het stuk. In figuurlijke zin zou deze uitspraak ook betrekking kunnen hebben op de rol van voorafschaduwing binnen een toneelstuk.


Hete hangijzers

Probeer controversiële onderwerpen te vermijden in een toneelstuk, tenzij dit uitdrukkelijk de bedoeling is. Als tijdens een toneelstuk wordt verwezen naar een onderwerp dat zo beladen is dat het de aandacht van de kern van het verhaal afleidt, wordt dit ook wel aangeduid als een "heet hangijzer". Een voorbeeld hiervan zou kunnen zijn wanneer een recente terroristische aanslag terloops wordt genoemd in een toneelstuk zonder dat dit daadwerkelijk bijdraagt aan het verhaal. Omdat het beeld van dergelijke aanslagen nog vers in het geheugen ligt, kan dit het publiek onnodig uit de beleving van het toneelstuk halen.


Emoties

Zoals eerder vermeld, bestaat een toneelstuk niet slechts uit één enkel gevoel. Zo kan een thriller ook een romantische kant hebben en kan er in een dramatisch stuk ook ruimte zijn voor humor. De variatie in emoties zorgt ervoor dat het publiek geboeid blijft gedurende de hele voorstelling. De uitdaging bij het schrijven van een toneelstuk is dus om aandacht te besteden aan verschillende soorten emoties. Zo kan de antagonist in een thriller moorden plegen uit liefde en kan er in een dramatisch moment in een oorlogssetting ook plaats zijn voor komische elementen. "Les Misérables" is voornamelijk een zwaar dramatisch stuk, maar het bevat ook de opbloeiende romance tussen Marius en Cosette, humoristische scènes met de Thenardiers en spannende momenten tussen Valjean en Javert. Door verschillende emoties te combineren blijft deze uitgebreide en intense verhaallijn toch aangenaam om naar te kijken.



Subplots

Om een verhaal boeiend te houden, worden vaak subplots aan het verhaal toegevoegd. Dit zorgt ervoor dat nevenpersonages ook hun eigen doelen hebben die ze willen bereiken. Hoewel deze verhaallijnen minder nadruk krijgen dan het hoofdplot, dragen ze bij aan de diepgang van het stuk en zijn personages. Zo kan het voorkomen dat het doel van een nevenpersonage in directe tegenstelling staat tot dat van de protagonist, wat op zijn beurt extra hindernissen creëert voor het hoofdpersonage. Daarnaast kan een subplot ook een bron van humor of romantiek toevoegen aan een verhaal dat anders spannend of dramatisch is.


 

Dialogen schrijven.

Na al het voorbereidende werk is dan eindelijk het moment aangekomen waarop je kan beginnen te schrijven aan je dialogen. Op zich niet zo een heel moeilijk werk, je kijkt gewoon naar wie jouw personage is, wat hij op dat moment meemaakt en je probeert je in te beelden wat hij op dat moment zou zeggen. Toegegeven het klinkt allemaal eenvoudiger dan het is en eigenlijk bestaat er geen pasklare formule om de perfecte dialoog te schrijven, toch probeer ik je in dit hoofdstuk al een heel eind op weg te helpen. hoewel dialoog op het eerste zicht lijkt op mensen die gewoon wat aan het praten zijn heeft dialoog binnen een toneelstuk altijd een functie.




Het doel van dialoog

Het doel van dialoog is om actie te genereren, een personage wil iets bereiken van een ander personage. Zoals al verschillende keren werd aangehaald is de basis van goede dialoog een conflict, twee of meerdere personen die elk een ander doel voor ogen hebben. Vanuit dit conflict zullen de personages een actie bij elkaar proberen teweeg te brengen. Er zijn enorm veel mogelijke acties die kunnen bereikt worden door dialoog, zo kan je iemand adviseren, aanvallen, smeken, beledigen, straffen, verraden, chanteren, intimideren, etc. Om te weten wat een personage in een bepaalde situatie zou zeggen is het belangrijk om steeds de focus te bewaren op de verhaallijn van dat personage en zijn doel op dat ogenblik voor ogen te houden. 


Het verborgen doel van dialoog 

Iets wat je je voortdurend moet realiseren als toneelschrijver is dat het publiek, in tegenstelling tot bij een boek, geen enkele aanwijzing heeft over wat er in een personage omgaat of wat een personage heeft meegemaakt, maar niet als dit ook daadwerkelijk wordt gezegd op het podium. Uiteraard is het niet de bedoeling dat de acteurs zich naar het publiek richten om deze informatie mee te geven, maar uit de dingen die de personages tegen elkaar zeggen moet het publiek alle informatie kunnen halen.



Tips en trucs voor het schrijven van realistische dialogen 

Natuurlijke teksten

Tegenwoordig is het gebruikelijk dat in toneelstukken de personages op een natuurlijke manier tegen elkaar praten. Een manier om je hierin te oefenen is opletten in het dagelijkse leven hoe mensen tegen elkaar spreken en hiervan notities maken, al is het mentaal. Op deze manier ontwikkel je een beter gevoel met realistisch taalgebruik. Er zijn echter ook schrijvers die het schrijven van dialoog vergelijken met het componeren van een muziekstuk, zij zullen je dan ook vertellen dat sterke dialogen een bepaald tempo en ritme hebben waarbij het weglaten van een woord of het anders uitspreken van een zin hoorbaar is, net zoals je een verkeerde noot zou spelen in een bekende compositie. Hoe jij jouw dialogen schrijft blijft echter volledig jouw keuze, en daar kan alleen jij over beslissen.


Namen noemen

In het begin van je toneelstuk is het gebruikelijk om je personages te introduceren, en heb je vaak het gevoel dat je de namen van je personages zoveel mogelijk moet gebruiken zodat het publiek deze leert kennen. De namen van je personages te vaak gebruiken werkt echter lachwekkend en komt onnatuurlijk over, daarom is het belangrijk om hier een goed evenwicht in te zoeken. Het is verder ook niet nodig om alle namen gebruikt te hebben binnen de eerste pagina’s van je stuk, vaak is het beter om geduldig af te wachten tot de gelegenheid zich voordoet om een naam op een logische en natuurlijke manier in je tekst te plaatsen. 


Geen enkele dialoog is perfect

Hoewel het erg verleidelijk om je personages perfect gevormde, afgewerkte, sterk doordachte teksten te laten zeggen komt het in het echte leven vaak voor dat mensen door elkaar praten, hun zin niet afmaken of elkaar onderbreken. Dit toepassen in je eigen toneelstuk draagt ertoe bij dat je dialogen aan realisme zullen winnen, en er meer dynamiek ontstaan op de scène. 


Vermijdt dooddoeners

Het fijne aan dialogen schrijven is dat je volledig zelf kan beslissen over wat en hoe jouw personages praten. Soms is het gemakkelijk om een personage te laten reageren met dooddoeners als “Na regen komt zonneschijn” of “boontje komt om zijn loontje” Probeer dit soort zinnen echter tot een minimum te beperken, tenzij het jouw bedoeling is om een personage continue dit soort dingen te laten zeggen. 


Wissel voldoende af

Soms heb je zo veel inspiratie zodat je je personages hele monologen tegen elkaar kan laten zeggen, dit is meestal echter niet zo’n goed idee, wanneer je snel afwisselt tussen de personages zal je dialoog meer vaart krijgen wat voor een publiek automatisch aangenamer is om naar te luisteren. 


Nagalmende teksten

Het kan voorvallen dat personages bevestiging zoeken of ze iets wel goed begrepen hebben, dit leidt dan vaak tot teksten die blijven nagalmen. “Ik was in Antwerpen”, “In Antwerpen?”, “Ja in Antwerpen”. Dit soort dialogen werken meestal lachwekkend, wanneer dit je doel is kan je ze zeker gebruiken maar probeer ze te vermijden in serieus bedoelde dialogen. 


De regel van drie

Wanneer je een belangrijk stukje informatie wil meegeven aan het publiek wordt er vaak gezegd de regel van drie te gebruiken. Dit houdt in dat je bepaalde informatie drie keer moet herhalen zodat het publiek deze informatie zeker zal onthouden. Uiteraard moet deze informatie niet vlak na elkaar worden herhaald aangezien je dan de kans loopt dat je gaat nagalmen. 


Het gebruik van dialect

Een vraag die je voor jezelf moet beantwoorden is of je je toneelstuk in het algemeen Nederlands gaat schrijven of ook dialecten gaat uitschrijven. Bij een in het algemeen Nederlands uitgeschreven tekst staat het de regisseur en acteurs vrij om dialecten zelf in te vullen. Bij een tekst die deels in het dialect is geschreven wordt de keuze al vooraf gemaakt, het voordeel hiervan is echter wel dat je je personages een bepaald karakter kan meegeven. Ook het afwisselen van algemeen Nederlands en dialect zorgt voor extra dynamiek in je dialogen.


 

​Tot slot

Een cursus toneel is nooit volledig. Het is onmogelijk om een correct beeld te bieden van hoe een toneelstuk geschreven moet worden, om de eenvoudige reden dat iedere toneelschrijver mettertijd zijn eigen stijl en methode ontwikkeld. Ik heb in deze online cursus geprobeerd een algemeen beeld te vormen van hoe ik werk en wat ik heb geleerd tijdens het schrijven aan mijn toneelstukken. Heb je na het lezen van de cursus honger gekregen naar meer, of krijg je graag feedback over één van jouw teksten, aarzel dan niet om mij te contacteren of één van de onderstaande informatiebronnen te raadplegen voor meer informatie.


 

Meer informatie?

- Playwriting For Dummies by Angelo Parra ISBN: 9781118017227

- Schrijven voor theater - 13 methodes door  Willy Hilverda ISBN: 9789045704265

- Schrijven voor film, toneel en televisie door Ger Beukenkamp ISBN: 9789045702629

bottom of page