top of page

Hoe bouwt een acteur zijn personage op?

Een introductie tot de Laban bewegingsleer voor acteurs.

  • Facebook
  • Instagram
  • Youtube

Bewustzijn

Voor we kunnen beginnen om een personage vorm te geven is het belangrijk dat je goed weet met welke klomp klei je gaat boetseren, in dit geval ben jij de klomp klei en is het dus noodzakelijk dat je jezelf gaat leren kennen. Je hoeft hiervoor niet persé je dagboek van onder je hoofdkussen te nemen maar het helpt wel als je je meer bewust bent van jouw natuurlijke manier van bewegen.


Een manier om dit te doen is door gewoon te beginnen rondwandelen in een ruimte en te analyseren hoe je beweegt. Heb je een snelle of trage stap? Loop je met rechte of eerder ingezakte schouders? Hoe beweeg je jouw benen, is er een verschil tussen links en rechts? Kijk je recht vooruit of eerder omhoog of omlaag? Het zijn allerlei vragen die je in staat stellen om meer bewust te worden van je eigen bewegingen. Het helpt zeker wanneer er een toeschouwer is die deze zaken voor jou kan observeren.


Wanneer je je bewust bent van deze bewegingen kan je deze ook gaan veranderen, probeer maar eens je schouders, gezicht of manier van lopen aan te passen en probeer meteen ook te voelen welke veranderingen in gedrag, emotie of zelfvertrouwen dit je geeft. Je merkt het, door je bewegingen aan te passen geef je een heel nieuwe uitstraling aan je personage. De bewegingsanalyse van Laban gaat je veel elementen aanbieden die je kan gaan observeren in beweging en die je gaan helpen om nog gerichter en bewuster te gaan werken aan de beweging van je personage.



Een bewegende kubus

Niet schrikken, maar iedere persoon heeft een kubus rond zich heen die hem overal volgt, zelfs op een vliegtuig of in een wc-hokje, en je hebt daar vaak al zo weinig ruimte. Je kan het vergelijken met een grote plastieken luchtbel waar je in kan rondlopen op de kermis of tijdens een teambuilding. Maar in dit geval gaat het om een kubus, deze is even breed en hoog als hoe ver je armen en benen kunnen reiken. Het is dus eigenlijk de maximale ruimte die een mens kan innemen. Maar door invloeden die een mens tijdens zijn leven ervaart gaat hij steeds minder ruimte van deze kubus innemen, denk maar bijvoorbeeld aan de ingezakte schouders van daarjuist.


Bewegingskubus van Laban
Bewegingskubus van Laban

Ieder vlak van deze denkbeeldige kubus, het zijn er zes, heeft zo zijn eigen naam. Het vlak voor je, waar je dus naar kijkt wordt “voor” genoemd. Het vlak waar je met je rug naar staat heet “achter”. Ik weet ook niet hoe ze op die naam zijn gekomen. Je raad het nooit, maar het vlak aan je linkerkant heet “zij-links” en aan de rechterkant heet “zij-rechts”. En uiteraard heet het vlak boven je “hoog” en onder je “laag”, andersom zou het nogal verwarrend zijn.


Door invloed op deze kubus te gaan uitoefenen kan een acteur zijn personage vorm gaan geven. Probeer maar eens op een stoel te gaan zitten en je lichaam vooruit gebogen, dus richting het “voor” vlak van de kubus, te positioneren. Hoe voelt dit? Probeer nu het tegenovergestelde te doen en leun lekker achterover, dus richting het “achter” vlak van de kubus. Merk je het verschil?

Op dezelfde manier kan je je armen ook breed langs je laten hangen, dus richting “zij-links” en “zij-rechts”. Of eerder je armen kruisen, meer verwijdert van de zijkanten van de kubus. Merk je het verschil?

De ingezakte of rechte schouders zijn dan weer een voorbeeld van een invloed op het hoge en lage vlak van de kubus.


Door de zijden van jouw persoonlijke bewegingskubus te gaan bespelen ga je als acteur een bepaald gevoel over brengen op je publiek, welk gevoel dit is hangt nauw samen met wat je zelf ervaart wanneer je deze houdingen aanpast.


Interactie

Deze bewegingskubus kan je ook gaan gebruiken wanneer je personage interactie heeft met een ander personage, hoe voelt dit personage zich bij de andere persoon? Komt er iemand naast je zitten die je erg interessant vindt, dan kan je dichtstbijzijnde knie misschien wel gaan wijzen naar die persoon, of in het tegenovergestelde geval kan jouw knie dan weer gaan verraden dat jouw personage de andere liever niet in zijn buurt heeft. Wanneer iemand iets verteld dat jou interesseert dan kan je misschien net iets meer voorover komen geleund. Een aangepast lichaamshouding verteld veel over zelfvertrouwen, interesse, karakter, enzovoort. Er zijn oneindig veel mogelijkheden om met deze zes vlakken te spelen en te experimenteren, samen met een regisseur kan je zo gaan werken aan het personage dat je gaat neerzetten.

Je staat aan het begin van een nieuw repetitieproces, een spannend moment want je krijgt de kans om in de huid te kruipen van een compleet nieuw personage. Misschien is dit al een gewoonte en ben je een ervaren speler, of misschien is het de eerste keer dat je gaat meespelen in een toneelstuk. Er is één ding dat je allemaal gemeen hebt, bij de start van een repetitieproces start je steeds van nul. Je kan het vergelijken met een ongeboetseerde klomp klei waarmee je nog alle mogelijkheden hebt. Langzaamaan ga je tijdens de repetities je personage boetseren tot een karakter van vlees en bloed. Uiteraard is het belangrijk dat je de tekst van je personage vanbuiten kent en deze met de nodige intonatie kan brengen. Maar acteren is veel meer dan enkel tekst, ook op momenten dat er niet gesproken wordt moet het publiek jouw personage kunnen zien tot leven komen. Een handig hulpmiddel om jouw personage te creëren is de bewegingsleer, of ook wel bewegingsanalyse van Rudolf von Laban, een Hongaarse choreograaf en danser. Geen paniek, in deze tekst ga je geen dansles krijgen, wat ik wel ga proberen is aan de hand van een praktische aanpak jou in staat te stellen om een personage op te bouwen vanaf nul.



Beweging

Hiervoor hebben we het eigenlijk enkel gehad over de houding van een personage, maar die uitleg valt eigenlijk net zo goed toe te passen bij het maken van een standbeeld. Maar een acteur beweegt ook op een podium, de manier waarop hij dit doet vertelt het publiek veel over de intenties van een personage en versterkt ook de geloofwaardigheid van de acteur.


Rudolf von Laban heeft voor deze bewegingen een systeem uitgewerkt, oorspronkelijk bedoeld voor dansers, maar zeker ook erg waardevol voor acteurs. Dit systeem wordt het BESS systeem genoemd en omvat vier belangrijke elementen bij het bewegen. BESS staat voor Body, Effort, Shape en Space. In het Nederlands geeft dit Lichaam, Moeite, Vorm en ruimte. Deze vier elementen worden hieronder verder toegelicht.


Lichaam

Dit onderdeel gaat over de anatomie, hoe verhouden de lichaamsdelen zich tot elkaar, welke beweging zet een andere beweging in gang. Denk maar aan het samenspel tussen je heup, bovenbeen, knie en onderbeen wanneer je stapt. Hoe meer je jezelf bewust bent van de magnifieke constructie die je bent, tijd voor een selfie, hoe meer je al je lichaamsdelen kan gaan inzetten om je personage vorm te geven.


Moeite

Hoeveel moeite kost het om een bepaalde handeling uit te voeren. Ik heb het hier niet over het verslepen van zware gewichten, maar gewoon over dagdagelijkse handelingen. Deze moeite wordt gekenmerkt door vier pijlers die we kunnen analyseren. Namelijk Ruimte, Gewicht, Tijd en stroom.


Moeite schema Laban


  • Ruimte

Deze pijler gaat erover hoe een beweging zich verplaatst van punt a naar punt b. Je kan dit zonder omwegen doen en voor de kortste weg kiezen, bijvoorbeeld je arm recht vooruit strekken, maar je kan dit ook doen op een indirecte manier en met veel gezwaai en gedraai je arm in dezelfde gestrekte eindpositie brengen, deze twee vormen van bewegen worden direct en indirect genoemd.


  • Gewicht

Je kan een beweging uitvoeren alsof het je veel moeite kost, bijvoorbeeld moeizaam met veel gekreun en gesteun rechtkomen uit een stoel, maar je kan dezelfde beweging ook schijnbaar moeiteloos uitvoeren. Deze twee vormen van bewegen worden ook wel sterk en licht genoemd.


  • Tijd

Dit gaat over de tijd die het je kost om een beweging uit te voeren dit kan snel gebeuren of eerder vertraagd. Wanneer je bijvoorbeeld een voorwerp van een tafel neemt kan je dit langzaam doen, maar je kan dit ook in een vlotte snelle beweging doen. Deze twee vormen noemen we snel en vertraagd.


  • Stroom

De stroming of vloeiendheid waarmee een beweging wordt uitgevoerd is ook erg bepalend voor het uitbeelden van een personage. Je kan het vergelijken met een schilder die een muur wit verft en dit snel en met vlotte bewegingen doet, of een kunstschilder die met een fijn penseel erg secuur tewerk gaat om zijn schilderij te voorzien van details. Deze twee vormen noemen we vrij en gebonden.


Nu je deze vier pijlers kent kan je ook gaan experimenteren door verschillende combinaties te maken. Maak je bijvoorbeeld een directe, sterke, snelle, vrije beweging met je vuist naar iemands gezicht, dan is de kans dat deze persoon je minder leuk gaan vinden is erg groot.

Maar maak je dezelfde beweging op een indirecte, lichte, vertraagde, gebonden manier met je vinger, dan kan je zachtjes en lief iemands neus aanraken tijdens het flirten.


Laban beschrijft binnen zijn bewegingsleer verschillende combinaties van deze moeite, maar dat zou ons te ver leiden binnen deze introductie, het belangrijkste dat je moet onthouden is dat je door te experimenteren met deze pijlers veel verborgen kanten van een personage kan ontdekken.



 

Vorm

De vorm gaat over de vorm van het lichaam. Je kan dit vergelijken met de vorm die je lichaam krijgt als je een bepaalde houding gaat aannemen, zoals we hierboven reeds uitvoerig hebben besproken. Maar het is ruimer dan alleen dat, het gaat er ook over hoe een lichaam van vorm kan veranderen, om zo een veranderende emotie of verandering in zelfvertrouwen of status vorm te geven. Zo kan een personage zich erg zelfzeker voelen, dit uitstralen in houding en beweging, rechte schouders, open houding. Maar wanneer er een ander personage op het podium komt kan dit helemaal omkeren en zie je deze metamorfose ook in de houding van de acteur.


Ook de manier waarop deze verandering in houding of vorm plaatsvindt is vaak veelzeggend. Dit laatste is de combinatie van de houding binnen de bewegingskubus en de moeite die het kost om deze verandering te verkrijgen. Denk bijvoorbeeld aan iemand die met gekruiste armen achteruit leunend in een stoel zit en door bijvoorbeeld wat een ander personage zegt een meer open, voorovergebogen houding gaat aannemen. Hij kan dit direct, snel, licht en vrij doen, maar net zo goed indirect, vertraagd, zwaar en gebonden. Probeer maar eens uit en voel het verschil. Het zorgt voor kleine nuances die jouw toneelspel tot een hoger niveau zullen tillen.


Ruimte

Dit element beschrijft de invloed die iemand uitoefent op zijn omgeving, en is misschien op het eerste gezicht meer gericht op dansers, maar het kan zeker ook nuttig zijn voor acteurs. Zo wordt er in dit element vooral gekeken naar de ruimte rond een acteur en hoe die zich hierdoor laat beïnvloeden, denk maar aan hoe iemand zich in een bibliotheek voortbeweegt tegenover hoe diezelfde persoon dit in bijvoorbeeld een discotheek zou doen. De invloed van deze fysieke ruimte rond je wordt ook wel eens kinesphere genoemd, een woord dat je zeker mag onthouden om indruk te maken op feestjes. Ook de intentie van bewegingen, de richtingen die een acteur aanneemt, vooruit, achteruit, links en rechts, hebben een niet te onderschatten invloed op hoe je jouw personage creëert en vormgeeft.


Deze korte introductie in de bewegingsanalyse van Laban stelt je hopelijk in staat om met een nieuw, fris perspectief te gaan werken aan jouw personage, als je deze tips en tricks weet te koppelen aan een goede tekstkennis en overtuigende intonatie ben je al een heel eind op weg om de acteerprestatie van je leven neer te zetten.

bottom of page