top of page

Auteursrechten op toneelstukken,

Hoe zit dat nu eigenlijk?

  • Facebook
  • Instagram
  • Youtube

Voor iedere openbare opvoering van een toneelstuk of ander intellectueel eigendom moeten verplicht auteursrechten betaald worden, op deze manier krijgen de auteur, vertaler en bewerker hun vergoeding voor het geleverde werk. Vaak wordt het beheer van deze auteursrechten uit handen gegeven aan een uitgeverij, auteursrechtenbureau of aan erfgenamen.




De auteursrechten van een bepaald werk blijven gelden tot 70 jaar na het overlijden van de laatste rechthebbende, hierna belanden deze werken in het publieke domein. Zo zijn de originele werken van William Shakespeare publiek eigendom, maar moet er wel rekening gehouden worden met de rechten van de vertaler en bewerker. Naast het financiële luik is het ook zo dat de auteur, vertaler of bewerker steeds mag beslissen wat er met zijn werk gebeurt. Zo kan deze beslissen om de opvoering van een stuk onderhevig te maken aan bepaalde eisen, exclusief te maken voor een bepaalde vereniging of te verbieden. Zo zijn er bepaalde auteurs die hun stukken niet willen laten spelen door amateurgezelschappen, worden er bij grote producties vaak exclusieve rechten gegeven tijdens een bepaalde periode, waardoor andere gezelschappen tijdens deze periode dit stuk niet mogen opvoeren. Of moeten er bepaalde eisen over decor, kostuum, locatie gehaald worden voordat een opvoering mag doorgaan.



Wie theater wil maken kan er niet om heen, of je nu zelf toneelstukken schrijft, een stuk wil bewerken, vertalen of opvoeren. Er zal steeds rekening moeten gehouden worden met de auteursrechten. Deze rechten zijn er om bescherming te bieden aan de makers van theaterteksten. Per slot van rekening verdienen zij het ook om beloond te worden voor het werk dat ze hebben geleverd. In tegenstelling tot een ander beroep, waar eerst een bedrag wordt overeengekomen voordat het werk wordt uitgevoerd, worden theaterteksten vaak geschreven zonder enige garantie op een vergoeding. Daarom dat het logisch is dat wanneer het werk van een auteur, vertaler of bewerker wordt gebruikt deze hiervoor vergoed wordt.



Niet alleen bij het opvoeren van een toneelwerk is het auteursrecht belangrijk, ook wanneer je een bewerking of vertaling wil maken van een bepaald stuk zal eerst de toelating van de originele auteur of de andere rechthebbenden gevraagd moeten worden. Het kan dus ook voorkomen dat in het geval dat dit stuk al bewerkt of vertaald is, de toestemming van die bewerker of vertaler gevraagd moet worden.

 

Het komt er dus op neer dat je als theatermaker zelf verantwoordelijk bent om voldoende informatie in te winnen over de opvoeringsrechten van een bepaald stuk. Zo kan je bij de uitgeverij, het auteursbureau of eender waar de rechten worden beheerd, nagaan of het stuk al dan niet mag gespeeld worden, welke vereisten er zijn enzovoort. Wanneer je dit niet doet bestaat de kans dat je een boete zal moeten betalen of dat de voorstelling niet mag opgevoerd worden.

 

De kostprijs van deze auteursrechten zijn afhankelijk van de lengte van het stuk en het aantal bezoekers dat er per voorstelling kan komen kijken. Hierover kan je eveneens informatie inwinnen bij de beheerder van het betreffende theaterwerk.

 

Ook voor het gebruik van muziek bij een voorstelling dienen er auteursrechten betaald te worden. Ook hier geldt dat deze rechten blijven gelden tot 70 jaar na de dood van de laatste rechthebbende. Deze rechten worden in Vlaanderen beheerd door SABAM en in Nederland door Buma/Stemra.

bottom of page