Een verwaarloosde zolderkamer. In de achterwand bevindt zich aan Cour-kant een wc-deur met op ooghoogte een luikje dat langs de binnenkant kan geopend worden. In de zijwand aan Cour-kant bevindt zich een deur die uitgeeft op een overloop. Naast deze deur hangt een kapstok waar een jas aanhangt. Dichter naar de zaal toe, bevindt zich een geheime kruipruimte die is verstopt door een valse wand. Aan Jardin-kant bevindt zich in de zijwand een raam in twee delen dat naar binnen kan opendraaien. Aan deze ramen zijn de gordijnen zo bevestigd dat het raam kan openen met gesloten gordijnen. In het midden van de kamer staat een kleine tafel met twee stoelen. Aan Jardin-kant ligt een matras en een aantal versleten lakens.